Volgens verkoopsleider Barenbrug Belgium, de heer Paul Van den Berg, is bovenstaande uitspraak een must. Door te investeren in efficiëntie moet zowel de landbouwsector zelf als de toelevering, dus ook de handel in zaden, een antwoord vinden op de steeds groter wordende prijsfluctuaties zoals we die kennen sinds enkele maanden.

 

Grassen: uitgebalanceerde weidemengsels als wapen tegen pensverzuring

Een hoger saldo per liter melk via een hoger eiwitgehalte van het gras, lagere voederkosten en een perfecte bewaring van smakelijker ruwvoer, dit was voor Edward Ensing, productverantwoordelijke bij Barenbrug Nederland, het uitgangspunt van zijn presentatie in verband met de nieuwe weidemengsels van Barenbrug.

 

Een benadering die volgens hem belangrijk is om een goede penswerking bij melkvee te bekomen, is ervoor te zorgen dat er geen pensverzuring optreedt door de dieren een structuurrijk rantsoen aan te bieden. Door een structuurrijk rantsoen wordt immers de speekselvorming en het herkauwen gestimuleerd, wat ervoor zorgt dat de kans op pensverzuring, met productiedaling tot gevolg, quasi uitgesloten wordt. Andere gevolgen van pensverzuring zijn een lager vetgehalte in de melk en een grotere kans op mastitis, lebmaagverplaatsing en klauwproblemen door een lagere weerstand.

De veehouders hebben dus een groot belang bij een uitgebalanceerd, structuurrijk rantsoen en dat kan gerealiseerd worden door gebruik te maken van het vernieuwde mengsel Barenbrug Structuur. In dit mengsel werd het Engels raaigras vervangen door nieuwe zachtbladige rietzwenkgrassen waardoor het nu 60 % rietzwenkgras Barolex,

25 % rietzwenkgras Bariane en 15 % timothee Barpenta bevat. Dit mengsel is vooral bedoeld om te maaien, waarbij de eerste snede bij voorkeur gemengd wordt met latere (malsere) snedes bij het voederen om de opname te verzekeren en zo voldoende structuur in het rantsoen te brengen.

In de traditionele rantsoenen met een verhouding 50 % gras/ 50 % maïs wordt trouwens niet altijd een optimale penswerking behaald doordat door een gebrek aan prikkeling de speekselvorming niet voldoende groot is om een optimale penswerking te bekomen. Begin september is de meest geschikte zaaiperiode, maar dit mengsel kan gerust vanaf maart ingezaaid worden. Een ondiepe zaai is aangewezen (1 à 1,5 cm) tegen 60 kg/ha en Barenbrug Structuur is perfect te combineren met witte (Quartet) of rode klaver (Duet).

 

Bonsilage Plus: een verzekering zonder gelijke

Een goede voordroogkuil samenrijden lukt meestal wel vandaag de dag, maar bij de bewaring loopt het nogal eens verkeerd. Uit analyses van Blgg blijkt dat 60 % van de kuilen fout geconserveerd worden. Dit kan leiden tot een verliespost van enkele duizenden euro per bedrijf dat moet werken met niet goed geconserveerd voeder.

Via Bonsilage Plus kan dit vermeden worden: dit middel bestaat uit melkzuurbacteriën die hun werk doen als kuilverbeteraar en de bacteriën L. buchneri en L. brevis die optereden als broeiremmers.

De combinatie van deze bacteriën zorgt voor:

1. duidelijk minder schimmels en gisten

2. meer verteerbare energie

3. hogere ruwvoederbenutting

dit laatste blijkt uit proeven op levende dieren, waarbij proefondervindelijk werd vastgesteld dat een TMR met Bonsilag plus een meeropname gaf van 0,4 kg DS/dag, wat resulteerde in een hogere melkgifte van 1,6 kg meetmelk.

 

Maïs: korrelzetting, zetmeel en verteerbaarheid

Ondanks een vroege zaai zorgden relatief droge weersomstandigheden ervoor dat 2009 niet voor iedereen een goed maïsjaar werd. Vooral korrelmaïs kreeg te lijden van de droogte in augustus waardoor een minder goede bevruchting optrad met een minder goed gevulde kolf tot gevolg. Om daarop in te spelen stelt Barenbrug een nieuwe variëteit voor: Palazzo. Het is een behoorlijk vroege variëteit (FAO 200) met een hoog korrelpotentieel, zeer snelle verdroging van de korrel en tolerantie tegen helminthosporium.

Bij de silomaïs komt er een nieuw vroeg ras met de naam Kompass (FAO 220), al in 2009 op de Franse rassenlijst. Deze variëteit heeft een goed opbrengstpotentieel, is ook helminthosporiumtolerant en heeft een goede verhouding vroegheid tegenover opbrengst. Dit ras moet zich dit jaar ook in onze streken kunnen bewijzen.

 

Bron: Drietandmagazine, 2010 nr.5, pg 16