Klaver stimuleren

 

Houdt het kali-gehalte van de grond op peil: K-getal >15 (zand/dal) of >12 (klei/veen).
Gehalte in gras lager dan 20 g/kg ds? Dan is K-bemesting noodzakelijk.
Houdt het fosfaatgehalte van de grond op peil: PAL <16 (zand/veen/dal/zeeklei) of <14 (rivierklei)? Dan is extra fosfaatbemesting nodig.
Is het klaveraandeel té ver teruggelopen (<10%) bemest dan max. 50 kg werkzame N vóór de 1e snede (dit heeft wél een negatief effect op de opbrengst 1e snede).
Stop N-bemesting na de 1e snede.
Bij terugval door schade vanwege de bladrandkever, slakkenvraat (aangevreten klaverblad) of kalvercysteaaltje (pleksgewijze uitval) is ploegen en dus vruchtwisseling vaak de beste oplossing.
Pas bij een structureel probleem het sterke witte klaverras Alice toe.
Maai lichte snedes (<2 ton DS/ha) of begin vroeg met weiden. Vooral bij de 1e snee is dit erg effectief.
Maai of beweid kort af (stoppel 4-5 cm).
Laat het gewas kort (4-5 cm) de winter ingaan.
Bij intensief standweiden kan het klaveraandeel teruglopen, voorkom dit door af te wisselen met maaien en witte weideklaver toe te passen.
Voorkom droogtestress en structuurschade, m.n. witte klaver is hier erg gevoelig voor.