Interessante Barenbrugse kick-off

 

Barenbrug zoekt altijd naar originele locaties om zijn jaarprogramma en zijn producten voor te stellen. Deze keer was het verzamelen geblazen in Lokeren, in het Eco Print Center, een vrij nieuwe drukkerij van de Persgroep. Het werd een interessante meeting in een in‘druk’wekkende omgeving.


Drie decennia Milkway
Bastiaan Barenbrug, algemeen directeur van de Barenbrug Group, en de medewerkers uit België en uit Nederland mochten handelaars, onderzoekers en pers uit heel Vlaanderen verwelkomen. In een eerste luik van het seminarie gingen ze uitgebreid in op het dertigjarige bestaan van Milkway: "Milkway wordt dertig jaar. In die tijd is er veel bereikt in de verbetering van grasland", stelde Paul van den Berg. "Ook de komende dertig jaar blijft goed grasland van levensbelang voor een hoogwaardig ruwvoederrantsoen." De naam Milkway werd in 1978 gesuggereerd door Lieve, de echtgenote van Christiaan Maes, die toen directeur was van Barenbrug Belgium Maes. Toen de zoon thuiskwam met het snoepje Milkyway, suggereerde Lieve de naam iets aan te passen en te gebruiken voor het nieuwe  graszaadmengsel. Het was een goede suggestie, want Milkway heeft ondertussen een zeer hoge naambekendheid en een zeer groot marktaandeel. De naam blijft, de samenstelling wijzigt geregeld en wordt continu doorontwikkeld, met de nieuwste rassen en samenstellingen.

Weide- en klavermengsels
Frederik Van de Sompel gaf vervolgens wat uitleg over de weide- en klavermengsels en inkuilmiddelen. Voor Frederik was het de laatste keer, omdat hij een nieuwe jobuitdaging heeft gevonden; aan begeestering ontbrak het zeker niet. Voor blijvend grasland wordt uiteraard Milkway aangeboden. Er zijn vier versies op de markt, Milkway Plus, Milkway Vroeg, Milkway Complex en Milkway Structo. Milkway Complex bevat klaver en wordt vooral ingezaaid in Wallonië, Milkway Structo kan bijvoorbeeld ingezet worden als op het bedrijf meer risico bestaat voor pensverzuring. Tornado kan vooral gebruikt worden voor tijdelijk grasland. Hier zijn er twee varianten. Tornado 2 bevat de betere rassen van Italiaans raaigras en hybride raaigras, Tornado 3 bevat de betere rassen van Engels raaigras en eveneens hybride raaigras. Barenbrug is ook erg gekend voor Horse Master voor paardenweides. "Horse Master voldoet aan alle eisen die paarden stellen aan gras", legde Frederik Van de Sompel uit. "Het is structuurrijk, heeft een matige energiewaarde en een niet te hoog eiwitgehalte. Het bevat minder fructaan en is bestand tegen kort afgrazen." Hij ging daarna wat dieper in op het verschil in graasgedrag tussen paarden en koeien. Waarom is dit lagere gehalte aan fructaan van belang? Fructaan is een wateroplosbaar koolhydraat dat - net als andere suikers - door de plant wordt aangemaakt met behulp van zonlicht. De plant gebruikt fructaan om te groeien; maar als het gras niet genoeg groeit, wordt het fructaan opgeslagen. Bij paarden kan dit soms negatief evolueren, te veel energie en te veel suikers in het gras geven immers problemen met hoef- en spierbevangenheid. Welke soorten zitten er dan in zo'n mengsel? Engels raaigras van het sportveldtype, Engels raaigras van het weidetype en dus fructaanarm, timothee, veldbeemdgras en roodzwenkgras. Ook inzake klavermengsels is er best wat keuze bij Barenbrug. Er is Quartet met witte klaver, Duet met witte en rode klaver en Blanca Plus Bivital met witte doorzaaiklaver.

Dubbeldoelmaïs
We maken de overstap naar maïs. Het bedrijf blijft bij de slogan ‘Maïs van Barenbrug barstensvol zetmeel'. Bij Barenbrug promoten ze in eerste instantie de dubbeldoelrassen, omdat die normaal hoge opbrengsten koppelen aan een hoge voederwaarde. Ze suggereren op dat vlak Ballade, Salgodo en Bravour. Ballade kan dienen als silomaïs met een hoog zetmeelgehalte, of als korrelmaïs of CCM-type. Het is een enkelvoudige hybride, met een goede jeugdgroei. "De plant is legervast en levert dankzij zijn perfect gevulde kolven een zetmeelrijke kuil en een indrukwekkende korrelopbrengst", stellen ze bij Barenbrug overtuigd. Het is een gezonde maïsvariëteit, die zekerheid biedt. Al drie jaar na elkaar is Salgado de aanvoerder in de samenvattende lijst van CIPF Korrel. Salgado is niet de grootste plant, maar hij haalt een groot aandeel van zijn drogestofopbrengst uit zijn kolf. Salgado beschikt ook als silomaïs over een hoog zetmeelgehalte. Als korrelmaïs heeft Salgado het voordeel dat het een vroeg ras is, op die manier valt jaar na jaar het vochtpercentage mee en blijven de droogkosten beperkt. Volgens Barenbrug is Bravour echt wel de ideale combinatie van silo- en korrelmaïs. Bravour heeft een FAO van 220 en staat sinds 2007 op de Belgische rassenlijst. In 2008 stond hij op die lijst genoteerd als korrelmaïsras met de beste kolfopbrengst. Bravour heeft als grote troef dat hij eveneens een zeer hoge waardering haalt bij de kuilmaïs. Ondanks zijn vroegheid wordt het een zware plant, die daardoor heel veel kwalitatief ruwvoeder oplevert. Bovendien haalt Bravour ook uitstekende resultaten inzake jeugdgroei, stengelrotresistentie en bladvlekkenziekte.

Kuilmaïs
Ook voor de kuilmaïs werden drie rassen uitvoerig toegelicht: Progress, Paroli en Charles. Progress is een zeer vroege maïsvariëteit en een opvallende nieuwkomer in het vroege segment van de silomaïs. Het feit dat stengelrot niet voorkomt en het lage aandeel builenbrand maken van Progress een supergezonde plant. Bij het CIPF scoort Progress bij de synthese in het vroege silosegment gemiddeld boven de 100%. Paroli is een halfvroege massamaïs, met een uitzonderlijk hoge kwaliteit. Uit verschillende onderzoeken komt telkens de zeer hoge drogestofopbrengst naar boven. Samen met het hoge zetmeelgehalte resulteert dit in een maximale zetmeelopbrengst per hectare. Paroli heeft een goede builenbrand- en stengelrotresistentie en wordt geprezen voor zijn legervastheid. Charles is dan weer een halflate silomaïs, die eveneens opbrengst en kwaliteit uitstekend combineert. Ook hier is sprake van een zeer gezond ras, met een goede jeugdgroei, een hoog rendement en een hoge voederwaarde.

Inkuilmiddelen
Frederik Van de Sompel besteedde tijdens de meeting ook wat aandacht aan het toepassen van inkuilmiddelen. Barenbrug kiest hier voor Bonsilage Plus. "Vroeger gingen inkuilmiddelen wel broei tegen, maar deden ze het voeder niet beter smaken", stelde Frederik. "Tegenwoordig ligt dat totaal anders. Speciaal geselecteerde bacteriën geven broei geen kans en zorgen er zelfs voor dat koeien het voeder beter opnemen." Ruwvoederdeskundigen schatten dat 35% van de kuilen kampt met broei- en schimmelvorming. Bij het inkuilen is het de kunst het zo moeilijk mogelijk te maken voor de schimmels en gisten. Goede grassen, een korte veldperiode, stevig aanrijden en voldoende lange kuilplaten zijn zaken die hierbij flink helpen. Als broei- en schimmelvorming geregeld blijven optreden, is een inkuilmiddel nodig. Bonsilage Plus is volgens Barenbrug het eerste product met de broeiremmende bacteriestammen L. Brevis en L. Buchneri op de Nederlandse markt en is tot op heden het meest gebruikte inkuilmiddel. Het werd in 2008 in België gelanceerd. Door de combinatie van melkzuurvormende bacteriën en broeiremmende bacteriën wordt er voldoende azijnzuur gevormd en komt er tot driemaal meer melkzuur dan azijnzuur in de kuil. Hiermee worden afwijkende geur- en smaakstoffen gecamoufleerd. Volgens Barenbrug wordt Bonsilage Plus dankzij de goede verhouding tussen prijs en kwaliteit een van de belangrijkste en interessantste inkuilmiddelen voor graskuilen.


 

De ploeg van Barenbrug, met links directeur Bastiaan Barenbrug, toost op dertig jaar Milkway.

 


Bron: Boer&Tuinder, 23.01.09, p.37, Lut De Bruyne